Op 14 februari 2018 hebben het kabinet en de voorzitters van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen de bestuurlijke afspraken voor de komende kabinetsperiode ondertekend.
Het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen hebben een akkoord gesloten om samen een
aantal grote maatschappelijke opgaven aan te pakken. Deze afspraken vormen de start van het
gezamenlijke InterBestuurlijk Programma (IBP). Het belangrijkste doel is een optimale
samenwerking tussen de overheden zodat er rond belangrijke maatschappelijke opgaven een meer
gezamenlijke en effectieve aanpak tot stand komt.
Over de financiële uitgangspunten is afgesproken dat alle overheden zich financieel inzetten voor de opgaven. Daarom stelt de rijksoverheid accres en andere middelen beschikbaar in het gemeentefonds. Het kabinet gaat er van uit dat gemeenten vanuit eigen middelen een bijdrage zullen leveren. Een deel van het accres moeten we dus inzetten voor de volgende thema’s uit het IBP:

  1. Samen aan de slag voor het klimaat
  2. Toekomstbestendig wonen
  3. Regionale economie als versneller
  4. Naar een vitaal platteland
  5. Merkbaar beter in het sociaal domein
  6. Nederland en Migrant goed voorbereid
  7. Problematische schulden voorkomen en oplossen
  8. Goed openbaar bestuur in een veranderende samenleving
  9. Passende financiële verhoudingen
  10. Overkoepelende thema’s

Een deel van het IBP is uitgewerkt in de op 20 maart 2018 uitgekomen maartcirculaire.  De maartcirculaire is geen normale circulaire, maar door het belang van het IBP (= InterBestuurlijk Programma) heeft het ministerie besloten een extra circulaire uit te brengen.

In het hierna opgenomen overzicht staan de nieuwe bedragen van de uitkering uit het gemeentefonds volgens de maartcirculaire 2018. Deze zijn vergeleken met de bedragen op basis van de september-/decembercirculaire 2017.

Uitkering gemeentefonds gemeente Lingewaard
(bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

Uitkering gemeentefonds maartcirculaire 2018

56.938

59.866

62.309

64.273

66.167

Uitkering gemeentefonds septembercirculaire 2017

56.527

57.397

58.392

59.268

59.799

  1. Hogere uitkering gemeentefonds

411

2.469

3.917

5.005

6.423

Tijdens het gehele meerjarenperspectief hebben we ten opzichte van de septembercirculaire een voordeel. Uit onderstaande tabel blijkt dat een gedeelte van deze middelen wordt ingezet voor de genoemde taken en prestaties. Dit is geen verplichting, het blijven ten slotte algemene middelen. Net als in vorige jaren reserveren wij de middelen voor de genoemde taken en prestaties. Anders dan bij vorige circulaires wordt er door afspraken in het IBP  nu wel vanuit gegaan dat een gedeelte van de middelen ingezet wordt voor de gezamenlijke maatschappelijke opgaven. Hierover volgt later in deze notitie meer.

Te reserveren bedragen uit maartcirculaire:
(bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

Loon-/ prijsontwikkeling uit accresontwikkeling

100

675

1.075

1.350

1.600

Correctie raming uitkering plafond BTW compensatiefonds

550

700

850

975

1.125

Integratie-uitkering Sociaal Domein

Decentralisatie AWBZ naar WMO

535

543

513

522

Overige Integratie- decentralisatie-uitkeringen

WMO huishoudelijke verzorging

66

66

66

66

N

V

V

V

V

De belangrijkste mutaties in de hoogte van de uitkering van het gemeentefonds zijn hierna toegelicht.

Accresontwikkeling 2018-2022, waaronder loon-/prijsontwikkeling
De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’ hebben veranderingen in de rijksuitgaven direct invloed op de grootte van het gemeentefonds. De jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voortvloeiend uit de trap op trap af methode wordt het accres genoemd.

Het geïntegreerde gedeelte van de integratie uitkering Sociaal domein, dat in 2019 aan de algemene uitkering wordt toegevoegd, valt vanaf 2020 ook onder de accresontwikkeling. Vanaf 2020 zullen de gemeenten de nominale ontwikkelingen (lonen en prijzen) van het geïntegreerde deel van het Sociaal domein uit het accres moeten gaan betalen. Mede hierdoor is de jaarlijkse stijging van de loon-/prijsontwikkeling groot.

In het IBP is afgesproken dat de normeringsmethodiek (samen de trap op, samen de trap af) van toepassing blijft. De basis verandert wel, van de Netto Gecorrigeerde Rijksuitgaven ( ad. ± € 100 miljard) naar de Netto Uitgaven onder het uitgavenplafond  (ad.  € 240 miljard). Dat geeft een bredere basis en daarmee een stabielere ontwikkeling van het accres. In de praktijk betekent het vooral dat de kaders Sociale zekerheid en Zorg nu ook meetellen.

Het regeerakkoord Rutte III heeft ± € 14 miljard aan beleidsintensiveringen. Samen met een autonome groei van uitgaven en een hogere loon-/prijsontwikkeling leidt dat tot hogere accressen ten opzichte van de septembercirculaire 2017.

  • Voor de gemeente Lingewaard levert deze ontwikkeling de volgende reeks op:

Jaar

2018

2019

2020

2021

2022

Bedrag x € 1.000

642

1.922

3.363

4.508

5.915

Een gedeelte hiervan willen we, zoals uit bovenstaande tabel blijkt, reserveren. Vanuit de Macro Economische Verkenning (MEV) van 27 oktober 2017 wordt er een hogere loon- en prijsontwikkeling verwacht. Vooral hierdoor willen we, zoals gebruikelijk, een bedrag reserveren om deze lasten voor de gemeente Lingewaard op te kunnen vangen.

Correctie raming uitkering plafond BTW Compensatie Fonds
Gemeenten kunnen hun betaalde BTW verhalen op het BTW Compensatie Fonds (BCF). Er is een plafond ingebouwd. Het plafond stijgt jaarlijks met de accrespercentages mee. Als gemeenten minder declareren dan het plafond wordt de ruimte daaronder gestort in het gemeentefonds. Wordt er meer gedeclareerd dan wordt het meerdere uitgenomen uit het gemeentefonds. Tijdens de economische crisis werd er weinig geïnvesteerd door gemeenten. Er was dus ruimte. Het ministerie van Financiën maakte tevens een inschatting over het verloop in meerjarenperspectief. Dat leidde ook in alle jaren tot een onderschrijding van het plafond.
In de septembercirculaire 2017 is een optimistische reeks opgenomen van verwachte onderschrijdingen van het plafond, dus toevoegingen aan het gemeentefonds. Deze reeks lijkt veel te hoog ingeschat. Nu de recessie voorbij is zullen gemeenten de opgelopen investeringsachterstand willen inlopen, zeker met de toenemende accressen. Ook zullen declaraties toenemen door wettelijke maatregelen als het vervallen van de zogenaamde koepelvrijstelling en de sportvrijstelling. Daarnaast stijgt in de berekening van het ministerie van Financiën het plafond, terwijl de lasten gelijk blijven. Dat geeft een kunstmatige ruimte die eigenlijk helemaal niet reëel is. Deze ruimte is in de startnota nog groter geworden door de toename van de accressen als gevolg van de gewijzigde normeringsmethodiek.

Kortom, we moeten de ruimte onder het plafond BCF niet als volledig inzetbaar beschouwen. Daarom is in de tabel hierboven bij de te reserveren bedragen de reeks uit de septembercirculaire als correctie opgenomen.

Integratie- Decentralisatie uitkeringen Sociaal Domein
In deze circulaire wordt wel de volumecomponent 2019 gecompenseerd voor zowel de decentralisatie AWBZ naar WMO (Wmo 2015) als de WMO huishoudelijke verzorging (huishoudelijke hulp 2007). De volumecomponent wordt niet verstrekt voor Jeugdzorg. De bedragen die nu al bekend zijn willen we hiervoor ook reserveren.

Na reserveringen resulteert dit tot onderstaande mutatie in de meerjarenpositie:

Uitkering gemeentefonds gemeente Lingewaard
(bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

Extra middelen algemene uitkering (A-B)

240 N

493 V

1.384 V

2.101 V

3.110 V

Hierbij dient echter wel rekening gehouden te worden dat er een gezamenlijke opgave in het Interbestuurlijk Programma ligt waar een gedeelte van deze extra middelen voor ingezet moet gaan worden.

Aankondigingen in de maartcirculaire

Ontwikkelingen Sociaal domein in het gemeentefonds
Het integreerbare deel van de integratie uitkering Sociaal domein (IUSD) gaat met ingang van 2019 op in de algemene uitkering en gaat daarmee deel uitmaken van de trap-op-trap-af systematiek. Onder het integreerbare deel wordt verstaan:

  • IUSD Wmo, alle onderdelen met uitzondering van beschermd wonen, € 2,1 miljard;
  • IUSD Jeugdhulp, alle onderdelen met uitzondering van Voogdij/18+, € 3,0 miljard;
  • IUSD Participatie, onderdeel re-integratie klassiek, € 0,5 miljard;
  • IU Wmo, onderdeel huishoudelijke verzorging, € 1,25 miljard.

Bij elkaar gaat het om ± € 7 miljard. In het Gemeentefonds is op dit moment € 11 miljard voor alle gemeenten opgenomen in de integratie uitkering sociaal domein en de integratie uitkering Wmo. Een groot deel van de integratie- en decentralisatie-uitkeringen wordt dus toegevoegd aan de algemene uitkering. En resteert er derhalve € 4 miljard in de integratie- en decentralisatie-uitkeringen.
De huidige verdeelmodellen zullen in 2019 zoveel mogelijk ongewijzigd worden overgeheveld naar de algemene uitkering. Wel zullen definities en peiljaren van maatstaven zoveel mogelijk worden gelijk getrokken. Een meer fundamentele herziening van de verdeelmodellen volgt later.

Er wordt een aantal onderwerpen genoemd die vallen binnen het Sociaal domein waarvoor bedragen aan het gemeentefonds worden toegevoegd. Denk aan:

  • Abonnementstarief Wmo, € 145 miljoen
  • Verlaging eigen bijdrage Beschermd Wonen, € 1 miljoen. Vertaling volgt in de septembercirculaire 2018.
  • Creëren van 20.000 extra beschutte werkplekken, oplopend naar € 171 miljoen. Vertaling ook in de septembercirculaire  2018.

In het Regeerakkoord is opgenomen dat de huidige bijdragesystematiek Wmo per 1 januari 2019
wordt vervangen door een abonnementstarief. De verandering houdt in dat de eigen bijdrage niet langer afhankelijk is van het inkomen, maar voor iedereen op hetzelfde tarief wordt gesteld. De vaste eigen bijdrage wordt dan € 17,50 per 4 weken. Dat betekent dat de gemeente minder inkomsten uit eigen bijdragen gaat ontvangen. Daarnaast wordt verwacht dat door de invoering van het abonnementstarief vaker een beroep op de Wmo zal worden gedaan, omdat voor een groep inwoners de eigen bijdrage lager wordt.
Om deze vereenvoudiging en verlaging te financieren is een bedrag van € 143 miljoen in 2019 oplopend naar structureel € 145 miljoen vanaf 2023 aan de algemene uitkering toegevoegd.

Verder wordt er nog geld herverdeeld voor de taak “Veilig Thuis”. Het gaat om huiselijk geweld en kindermishandeling. Gemeenten betalen evenredig mee door verlaging van de uitkeringsfactor om vervolgens toe te voegen aan de decentralisatie uitkering (DU) “Vrouwenopvang”. Deze DU wordt ontvangen door enkele centrumgemeenten.

Voorziening knelpunten in het Sociaal Domein € 200 miljoen, ook wel stroppenpot genoemd.  
De VNG heeft zich bij het sluiten van het IBP sterk gemaakt voor het instellen van een stroppenpot. Er zijn teveel gemeenten die tekort komen op het Sociaal Domein, met name door verdeelstoornissen bij de Jeugdzorg. Met het IBP is de discussie over de door gemeenten ervaren financiële
problematiek in het sociaal domein afgerond en is een streep onder het verleden gezet. Afspraak is nu dat voor 2018 een pot van € 200 miljoen wordt gevormd, die het ministerie van VWS en de gezamenlijke gemeenten ieder voor de helft voeden. Het aandeel van de gemeenten ad. € 100 miljoen wordt in deze circulaire uitgenomen uit het gemeentefonds. Omdat de VNG hier tijdens de algemene ledenvergadering van 2018 nog mee akkoord moet gaan, volgt pas bij de septembercirculaire 2018 verdere informatie over deze voorziening en de verdeling van de middelen over de gemeenten.